Vandaag moest ik naar de mammapoli (mamma is de medische term voor borst) voor een onderzoek. Al een paar weken voelde ik iets raars in mijn linkerborst. Als ik nog borstvoeding had gegeven, had ik gedacht dat er een melkklier verstopt zat en dat er een borstontsteking aan zat te komen.
Toen vorige week tijdens een picknick met vriendinnen een vriendin vroeg of we onze borsten wel eens checkten, vertelde ik over mijn komende afspraak bij de mammapoli. Ik vertelde welke klachten ik had en een andere vriendin bood aan mee te gaan naar de afspraak.
Dat vond ik erg lief, maar het leek.me niet nodig. Het zou wel niks zijn. Maar ze wilde echt mee en in de folder stond dat het beter was om iemand mee te nemen. Het is natuurlijk ook gezellig.
Slecht goed nieuws gesprek
Dus vandaag was het zover. We moesten om 8.30 aanwezig zijn. Bij foute boel zou het wel de hele dag kunnen duren. Mijn vriendin had voor de zekerheid een hele stapel tijdschriften voor ons meegenomen. We zouden sowieso na afloop thee en taart gaan eten ergens.
Ik kreeg eerst een mammografie. Die schijnt pijn te doen, maar ik voelde er bijna niks van. Ach, met kleine borsten valt er weinig te pletten?! Daarna kreeg ik een echo. Wel even wennen dat die niet op mijn buik ging maar op mijn borst.
Toen volgde een goed nieuws gesprek. Er was niks te zien. Helemaal niks. Er was ook geen verklaring voor mijn klachten. Wel moet ik in augustus weer terugkomen voor een check up. Dat doen ze altijd.
Het klinkt heel bizar, en ik schaam me er ook voor omdat denk ik alle andere vrouwen dolblij zouden zijn met dit goede nieuws, maar ik werd er verdrietig van…
Momenteel zit ik weer zó diep in een depressie met suïcidale gedachten dat borstkanker me een goeie, maatschappelijk geaccepteerde manier leek om een einde aan mijn leven te krijgen. Want borstkanker is een échte ziekte, in mijn beleving. Iedereen snapt het. Je bent niet gek als je kanker hebt, je bent ziek.
Echt ziek ipv gek
Op (borst)kanker zit geen taboe. Mensen snappen kanker. Je bent dan niet mislukt, gek, slap of een aansteller. Het is niet je eigen schuld. Terwijl ik me wel zo voel met mijn bipolaire stoornis. Als ik kanker zou hebben zou ik uit mogen rusten. En misschien zelfs voor eeuwig mogen uitrusten.
Toen ik na afloop taart ging eten met mijn vriendin vertelde ze dat toen ze die week daarvoor mijn klachten hoorde heel erg schrok. Een paar dagen daarvoor had ze namelijk van een sportmaatje precies hetzelfde verhaal gehoord, zoals van het borstonsteking gevoel enzovoort. Ook die vrouw maakte zich geen zorgen en was gewoon alleen naar het onderzoek gegaan. Alleen bij die vrouw vonden ze een 5-8 cm grote tumor. Niet zo’n grote knobbel, maar met uitlopende draden. Dus mijn vriendin was zich zorgen gaan maken.
Toen ik dat verhaal hoorde voelde ik me zó schuldig. Waarom kreeg die vrouw kanker? Ik wil dood, zij niet. Maar zij krijgt kanker, ik niet. Het leven kan zo krom voelen. Ik durfde aan mijn vriendin te vertellen dat kanker me een opluchting had geleken. Een einde waarbij ik eindelijk afscheid kon nemen van mezelf.
Begrip voor mijn bizarre wens
Mijn vriendin was gelukkig zo begripvol. Ze snapte wat ik zei en waarom ik het zei. Ze vermoedde het zelfs van te voren al. Ik ken haar al mijn hele leven. Ze kent me zo goed. Ze vond het wel heel pijnlijk, maar het mocht er zijn en we konden erover praten. Wat een geschenk.
Nu ik dit schrijft schaam ik me heel erg en voel ik mega schuldig naar alle vrouwen die slecht nieuws hebben gekregen. Sorry, sorry! Ik bedoel het niet verkeerd! En sorry ook naar al mijn dierbaren. Vooral mijn dochters… Ik wil er voor ze zijn, maar nu denk ik echt dat ze beter af zijn zonder mij. Al wéét ik dat dat niet waar is, het vóelt wel zo.
Ik schrijf het maar weer van me af. Ik hoop het taboe op psychische ziektes te helpen doorbreken. Maar wat ik vooral hoop, is dat ik het taboe bij mezélf doorbreek. Dat ik zelf ga inzien en ga accepteren dat ik een bipolaire stoornis heb. Dat het net als kanker óók een vreselijke en levensbedreigende ziekte is, waarbij ik óók extra rust moet en mag nemen en goed voor mezelf moet en mag zorgen. En hoewel je aan de buitenkant niet ziet dat ik ziek ben, ís de ziekte er wel en net als kanker is het (hopelijk) niet mijn schuld.
Op een dag ga ik weer blij zijn dat ik leef. Daar hou ik aan vast. Ik dacht: hoe leer ik leven met mijn bipolaire stoornis? Toen dacht ik: door te leven en dus door in leven te blijven. Zoals Barry Stevens zou zeggen: Blijven doorrrrgaan! Dus dat doe ik maar.